Nieuwsfactorencatalogussen

Pytrik Schafraad


Behalve dat het woord uit de titel van deze post het misschien aardig doet bij een potje Scrabble of Wordfeud, is het er ook een dat het de onderzoeker, die zich in deze materie begint te verdiepen, soms doet duizelen.

De theorie die we in dit onderzoeksproject gebruiken staat in de communicatiewetenschap bekend als de ‘nieuwsfactorentheorie’ en is vooral bekend van het inmiddels bijna 50 jaar oude artikel van de Noren Galtung & Ruge The structure of foreign news. Als je dat artikel voor de eerste keer leest, lijkt het redelijk recht voor z’n raap. Er zijn 12 kenmerken die gebeurtenissen al dan niet kunnen bezitten, die, wanneer aanwezig, de aandacht van de journalist zullen trekken.


En uiteraard kun je die 12 kenmerken opsporen in de beschrijving van een gebeurtenis, en dus kun je, zoals wij hier ook doen, daar een ‘inhoudsanalyse’ op pers- en nieuwsberichten mee doen. Tot zover.

Iets met veel bomen en een bos
De 12 kenmerken van Galtung & Ruge (ofwel dé 12 nieuwsfactoren) vormen samen de originele nieuwsfactorencatalogus. In de loop der tijd hebben andere auteurs echter andere ‘lijstjes’ gemaakt. De 12 nieuwsfactoren van Galtung & Ruge zijn namelijk samengesteld met het oog op selectie van gebeurtenissen voor de buitenlandpagina’s van kranten. Dat maakt de catalogus beperkt inzetbaar, ook zijn er in de loop der tijd andere factoren ogenschijnlijk belangrijk geworden (bij voorbeeld de z.g. tabloidnieuwsfactoren: schandaal, geweld en natuurlijk: sex). Nog andere auteurs splitsten factoren uit de oorspronkelijke catalogus uit, om nauwkeuriger in kaart te brengen wat precies selectie voorspelt. Zo bevat de oorspronkelijke catalogus van Galtung & Ruge de nieuwsfactor ‘nabijheid’: hoe dichter bij huis het nieuws zich afspeelt, hoe groter de kans op selectie. Maar nabijheid kan op verschillende manieren opgevat worden: geografisch, politiek, cultureel en economisch. Vandaar dat latere catalogussen vaak vier vormen van nabijheid bevatten. Britse en Duitse onderzoekers hebben meer recent, tenslotte, gepoogd om al deze varianten samen te vatten in één algemeen toepasbare catalogus.

Kiezen
Voor ons onderzoek was een belangrijke vraag welke catalogus we als uitgangspunt zouden nemen voor ons eigen meetinstrument. Daarbij bleek al dat het lastig is om al die factoren ook meetbaar  te maken, dus een catalogus die al ‘geoperationaliseerd’ is, heeft een streepje voor. Ons onderzoek gaat niet over politiek, niet over tabloidachtige onderwerpen en ook niet over buitenlands nieuws. We hebben immers nieuws over Nederlandse bedrijven centraal gesteld. Catalogi zoals die van de beroemde voorouders Galtung & Ruge hebben we daarom afgeserveerd, die veronderstellen immers buitenlands nieuws. Een op bedrijven gerichte catalogus hebben we niet kunnen vinden, dus opteerden we voor een ‘algemene’. Daarin zijn we vervolgens kritisch gaan kijken of er voor ons overbodige factoren in staan en of ze voor ons doel wel compleet genoeg zijn.

fig 1. Overzicht enkele nieuwsfactorencatalogussen (Eilders, 2006)


Keuze
We vonden wat we nodig hebben bij de Oosterburen. Studies van Maier & Ruhrmann e.a. bleken gebaseerd te zijn op een gedetailleerd uitgewerkt codeboek op basis van een algemene nieuwsfactorencatalogus. Die catalogus bevatte weliswaar ook nabijheidsfactoren, maar verder was deze zo goed als compleet. De specificaties van de factoren moesten nu alleen nog toepasbaar gemaakt worden op ons onderwerp. Een belangrijke stap daarin was het uitvoeren van de pilotstudie en vervolgens het via trial & error testen van de zo gevormde nieuwsfactorencatalogus.

De nieuwsfactorencatalogus die we nu in het onderzoek gebruiken bevat de volgende nieuwsfactoren: Verrassing, Controverse, Impact (in termen van aantal mensen dat invloed kan ondervinden); Positieve- en Negatieve Gevolgen, Referentie aan Elitepersonen (op basis van machtspositie), Prominentie (referentie aan bekende personen) en Dynamiek.

Pytrik Schafraad