Journalisten over hun persberichtgebruik (deel 2)



In de vorige post over onze interviews (so far) met journalisten over hun persberichtgebruik beloofden we meer over ‘algemeenheden die die omgang beïnvloeden’. Met algemeenheden bedoelen we mechanismen, of praktijken die bovenindividueel zijn, of opgaan voor de dagelijkse praktijk bij verschillende gelijksoortige redacties. Die mechanismen bestaan dus naast de heel individuele keuzes die journalisten ook maken. Een voorbeeld van dat laatste is de regioverslaggever, die in antwoord op mijn vraag waarom hij zoveel berichten schreef over culturele onderwerpen, zei dat dat te maken had met zijn persoonlijke interesse en misschien nog wel meer met zijn ‘vorig leven’ als cultuurredacteur.
Uit de interviews komen drie typen redactiekenmerken naar voren die maken dat de ‘nieuwsfactoren’, die in de vorige post besproken zijn, meer of juist minder invloed hebben op het gebruik van (bepaalde) persberichten.


      1. Redactie-eigen kenmerken
In de manier waarop een redactie is georganiseerd ligt veel besloten. Een belangrijke factor is uiteraard de omvang van de redactionele capaciteit, met 80 mensen kun je meer dan met 10 of 5. Redacties (vaak online) die zo compleet mogelijk willen zijn in hun nieuwsvoorziening, maar ook een beperkte omvang hebben zijn bijna automatisch aangewezen op persbureaukopij. Juist de redacteuren van die nieuwsmedia noemden vaak ‘het ANP als gatekeeper’. Sommige redacties maken vanwege hun beperkte capaciteit daarom andere keuzes; dan maar niet compleet, maar focus op een beperkt aantal onderwerpen en zo tijd overhouden voor nieuwsgaring op eigen initiatief.
Sommige redacteuren melden heel specifieke procedures die gelden op hun redacties. Die procedures kunnen de toegankelijkheid voor PR-, pers- of nieuwsberichten van derden of persbureaus ook flink beperken. Zo melde een respondent dat bij zijn redactie zelfs de ANP-berichten worden gecheckt, wat bij veel andere redacties, volgens andere respondenten inderdaad vaak niet wordt gedaan*. Ook de manier waarop het schrijven voor de verschillende outlets is georganiseerd maakt een groot verschil. Is er een aparte online-redactie, of schrijft elke verslaggever “een stukje voor de site, een stuk voor de krant en dan nog een voor de i-Pad-editie”, zoals men dat bij de Arnhemse redactie van de Gelderlander doet? In het eerste geval staat de online-editie vaak verder van de krant af en maakt men vaak met beperkte bezetting toch een compleet nieuwsoverzicht. Dan zijn pers- en nieuwsberichten misschien eerder een welkome bron. Ten slotte melde 1 redacteur dat zijn redactie pers- en nieuwsberichten zelden als aanleiding voor berichtgeving gebruikt, maar wel ter controle van feiten die uit andere bronnen vergaard worden. Omgekeerd persberichtgebruik dus.
Ten slotte valt onder deze categorie ook de relatie met andere redacties en daarmee wordt dan vooral gedoeld op de organistorische inbedding van de specifieke redactie. Zo besprak ik net al even een bijzonderheid van de zelfstandige onlineredactie. De mate waarin de onlineredactie onafhankelijk is (organisatorisch, alsook in haar doelstelling, c.q. nieuwsopvatting) is een belangrijke factor in de omgang met persberichten. Daarnaast is er ook de samenwerking met andere redacties. De verschillende onlineredacties van de Persgroep bij voorbeeld, werkten ten tijde van het interview in een ruimte onder één hoofdredacteur en werken bovendien met hetzelfde CMS systeem**. Dat heeft als voordeel dat ze van een deel van elkaars berichten gebruik kunnen maken, al betekent dat ook dat, door de technische organisatie daarvan, soms typische Parool-berichten op de Volkskrant-site terecht komen, ook wanneer die via de directe route via de Volkskrant.nl –redactie misschien niet door de selectie heen waren gekomen.
      
      2.       Mediumtype
Het type medium is tenslotte ook een belangrijke factor. Een drietal voorbeelden geeft wellicht een idee: Algemene landelijke media, die zich graag voorstaan op betrouwbaarheid, hebben meer argwaan naar persberichten van derden, dan anderen vanuit hun primaire doelstelling. In de online journalistiek is snelheid een belangrijke factor. Soms vaart men dan liever op een enkel persbericht (al betekent dat niet dat dit persbericht niet eerst op betrouwbaarheid wordt ingeschat), om de eerste feiten snel te kunnen brengen, om dan later eventueel aan te vullen en te corrigeren. In de regiojournalistiek gelden wel de zelfde kwaliteitsnormen en factoren die nieuwswaardigheid van een gebeurtenis of aankondiging bepalen, maar die krijgen uiteraard op een heel ander niveau vorm. Politieberichten zijn voor landelijke media, of in het binnenlands nieuws van regiokranten zelden nieuwswaardig, maar op de regiopagina’s zijn ze dat wel degelijk. Ook staat in de regio de krant vaak dichter bij haar publiek, wat ook maakt dat aankondigingen van gebeurtenissen of evenementen (evenementjes, soms) sneller nieuws zijn. Niet alleen de omvang, of impact van gebeurtenissen, ook het soort dingen dat nieuws is, is in de regio vaak anders dan landelijk en de informatie over, bij voorbeeld, die evenementen komt niet zelden uit persberichten. 

      3.       Nieuwsaanbod
Een niet te ontkennen factor tenslotte is het aanbod. Redacties met een breed aandachtsgebied zullen altijd streng moeten selecteren en hebben daarom ook minder behoefte aan aanbod van persbureaus of andere meldbronnen. In de regiojournalistiek (en wellicht ook in onderwerpspecifieke takken van de journalistiek) is de spoeling soms dun en wordt de drempel voor wat nieuws is daarom soms wel erg laag, want lege kolommen kun je niet drukken.

Ten slotte
De hierboven beschreven factoren hangen niet zelden nauw met elkaar samen. In de regiojournalistiek is doorgaans de organisatie van online en papieren edities anders dan bij de landelijke media, tegelijkertijd hebben ze ook te maken met een ander aanbod. En je bent minder afhankelijk van andere redacties (of deelredacties bij het zelfde medium) wanneer je eigen redactie ruimer bemenst is, etc.

*) Daarover in een latere post meer.
**) Inmiddels heb ik begrepen dat de organisatie van de online-redacties van de Persgroepkranten alweer is veranderd. Het gedeelde CMS-systeem wordt nog steeds gebruikt, maar de Volkskrant.nl en de Morgen.nl hebben samen een hoofdredacteur, de onlineredacties van Parool en Trouw zijn terug naar de respectievelijke krantenredacties en er is een vacature voor een hoofdredacteur voor AD.nl en HLN.be samen. Aldus de geinterviewde Volkskrant.nl medewerker, waarvoor dank!