De nieuwswaardigheid van persberichten en die prullenbak


In de komende weken blogt onderzoek stagiair Roos Spitteler, die de data van het onderzoek gebruikt voor haar scriptie, regelmatig over de bevindingen van het onderzoek. Omdat ze niet de data over alle 30 bedrijven gebruikt, er ontbreken er nog 2, zijn dit tevens voorlopige bevindingen van het onderzoeks project. Dit is deel 2 in de serie voorlopige bevindingen.

Het vorige blog ging ik in op het percentage persberichten dat in de prullenbak van de journalisten belandde. Deze keer wil ik het hebben over welke berichten wél opvolging vinden in de media. Immers, een van de doelen van het versturen van persberichten is opvolging krijgen in de media.

In mijn scriptie heb ik verschillende factoren onderzocht die hierop van invloed kunnen zijn. In dit blog zal ik ingaan op de basis van het onderzoek: de nieuwsfactoren.
Alle nieuwsfactoren zijn gemeten op een vijfpuntsschaal, variërend van ‘niet aanwezig’ tot ‘in sterke mate aanwezig’.

Nieuwswaardigheid
De eerste conclusie is een logische: hoe nieuwswaardiger een persbericht is, hoe vaker deze wordt opgevolgd. De nieuwswaardigheid is een index, een gemiddelde van alle nieuwsfactoren. Hoe meer factoren er aanwezig zijn en in hogere mate, des te hoger is de nieuwswaardigheid. Deze conclusie onderschrijft de basisassumptie van de nieuwsfactorentheorie (pay wall): dat gebeurtenissen met bepaalde eigenschappen ‘nieuwswaardiger’ zijn dan andere gebeurtenissen.

Nieuwsfactoren
Daarnaast is onderzocht hoe de nieuwsfactoren afzonderlijk van invloed zijn op hoe vaak een persbericht opvolging vind. Persberichten met de factoren verrassing (in welke mate de gebeurtenis de verwachting tegenspreekt), controversie (mate waarin de gebeurtenis conflictueus is), bereik (de omvang van een gebeurtenis) en positieve gevolgen leidden tot meer publicaties.

Dat de nieuwsfactor verrassing nieuwswaardig is, moet geen verrassing zijn. Eigenlijk is dit de essentie van ‘nieuws’ – iets wat nog niet eerder gebeurde en tegen de verwachting indruist. Bereik is ook één van de meest gevalideerde nieuwsfactoren. Gebeurtenissen die op veel mensen invloed hebben, zijn logischerwijs nieuwswaardiger, dan wanneer het alleen een enkeling betreft. Controversie is ook een klassieker: in de media worden vaak tegenstellingen en conflicten gepresenteerd. Dat ook positieve gevolgen nieuwswaardig zijn is wel opvallend: journalisten zouden een voorliefde hebben voor slecht nieuws.

De nieuwsfactor dynamiek (hoeveel verandering er plaatsvindt) leidt daarentegen juist tot minder opvolging, deze berichten gaan dus juist sneller de prullenbak in. Dit is een opmerkelijk resultaat, omdat ook dynamiek tegen de verwachting indruist. Verandering is eigenlijk altijd opvallend, omdat het een patroon dat bekend is doorbreekt (Eilders, 2006). Deze nieuwsfactor kwam echter wel in bijna alle persberichten in enige mate voor (94,5%). Het zou kunnen dat deze variabele niet goed is geoperationaliseerd, zodat vrijwel alles enigszins dynamisch is.  

De nieuwsfactoren elite personen, prominente personen en negatieve gevolgen hebben geen invloed op hoe vaak een persbericht wordt opgevolgd. Zoals gezegd, dit doet afbreuk aan het idee dat journalisten een voorkeur hebben voor negatief nieuws. Een opmerkelijk resultaat dus. Deze nieuwsfactoren kwam ook wel erg weinig voor in persberichten, wat weer een stuk minder opmerkelijk is. Bedrijven berichten nu eenmaal niet graag over de negatieve gevolgen van hun handelen.

Elite (macht) en prominente (bekendheid) personen maken een persbericht ook niet ‘spannender’ voor een journalist. Opnieuw opmerkelijk. In de klassieke studie naar nieuwsfactoren van Galtung en Ruge is elite een belangrijke nieuwsfactor. Dat geldt ook voor  prominentie, dat beschreven wordt in een 'update' (paywall) van dat klassieke artikel. Ook hier zou het kunnen komen door de operationalisering. In de klassieke benadering gaat het om elite landen en hier om elite personen (uit politiek of bedrijfsleven). Prominentie verwijst voornamelijk naar de ‘bekendheid’ van een persoon. Iemand als Linda de Mol zou dus een grote mate van prominentie hebben. Het is goed te weten dat journalisten niet vallen voor persberichten waar een BN’er of ander bekend persoon in fungeert.

Waar letten journalisten op?
Kort samengevat lijken journalisten persberichten van grote bedrijven te selecteren op: verrassing, controversie, impact/bereik en positief nieuws. We zijn benieuwd in hoeverre journalisten zich in deze bevinding herkennen.

Volgende keer: hoe kan opvolging nog meer worden verklaard?